Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:

bruggen.

Voor de volgende onderwerpen ga naar:

algemeen;

voetgangersbruggen;
fietsbruggen;
toegangsbruggen;

 


 

Algemeen:

Een brug is een vrijdragende wegconstructie over een te nemen hindernis, zoals een rivier, een kanaal, een weg, etc. Het verkeer dat hiervan gebruik maakt is (afhankelijk van de grootte en plaats van van de brug) in de meeste gevallen het weg- en treinverkeer, maar kan naast fietsers en voetgangers ook heel wat anders zijn. Zoals bij een ecoduct de passage van in het wild voorkomende dieren of in geval van een aquaduct een doorlopend kanaal.
noot!   Een lange brug wordt, als hij over een andere weg of spoorlijn loopt, ook wel een viaduct genoemd.

De doorgang onder een brug mag in zijn functie niet worden belemmerd. Bruggen over een bevaarbare waterweg hebben daarom, bij een te lage hoogte, een te openen wegdek om te hoge boten en/of boten met een mast door te kunnen laten varen.

Bruggen worden afhankelijk van de grootte van gewapend beton, metselwerk, staal en hout geconstrueerd, en
bestaan in hoofdzaak uit twee onderdelen:    de bovenbouw, waarover het verkeer en dergelijke gaat, en de onderbouw, met palen, pijlers en funderingen, die de krachten op de ondergrond moeten overbrengen.
Bij hout dient men wel de juiste houtsoort te gebruiken.
zie    hiervoor het onderwerp "Houtsoorten" van het onderdeel "materialen - hout".

Een pontonbrug, met een rij- of wandelvloer, is een brug die (afhankelijk van de te overbruggen lengte) op een of meerdere drijflichamen (de pontons), op het water drijft. In het verleden dreef een dergelijke brug op boten en werd toen ook wel schipbrug genoemd.
Een belangrijk nadeel van een dergelijke, meestal tijdelijke, brug kan zijn:   de hinder voor de scheepvaart. De enige manier om scheepvaartverkeer door te laten is door een gedeelte van de brug weg te varen.
noot!
In de bouw worden pontons ook gebruikt voor werkzaamheden die (uitsluitend) vanaf het water kunnen plaatsvinden.
klik hier om naar boven te gaan



 

Voetgangersbruggen:


Een voetgangers-/loopbrug is een brug die alleen gebruikt mag of kan worden door voetgangers.
De eenvoudigste voorbeelden hiervan zijn kleine bruggen welke je veelal tegenkomt op wandelpaden in parken en wandelgebieden. Maar ook langere zijn mogelijk.
   
Pontonbruggen voor voetverkeer, maar dan op een iets kleinere schaal dan de tijdelijke ± 100 meter lange pontonbrug over de Maas welke jaarlijks wordt gelegd om de tienduizenden wandelaars van de Nijmeegse Vierdaagse bij Cuijk te laten oversteken, kom je op veel meer plaatsen tegen dan je zou verwachten.    
Bij spoorwegstations, waar veel doorgaande treinen passeren, zijn de tegenoverliggende perrons vaak bereikbaar gemaakt met een voetgangersbrug over de sporen.
De opgang en afgang van zo'n brug is doorgaans een trap, maar kan dikwijls ook bereikt worden met een lift, zodat ook rolstoelers e.d. aan de overkant kunnen komen.

Deze trappen lopen vaak parallel aan een roltrap.
zie    hiervoor het onderwerp "Roltrappen en rolpaden" van het onderdeel "stijgpunten - roltrappen".
Ook voor een lift is dit mogelijk.
zie    "de Paleisbrug, voor fietsers en voetgangers, over het spoor nabij het station te Den Bosch" bij het onderdeel "stijgpunten - liften".

 

noot!
Voetbruggen worden niet alleen gebouwd om water en verkeersaders te overbruggen, maar ook om twee dicht bij elkaar liggende gebouwen te verbinden zodat men niet naar het straatniveau terug hoeft om van het ene gebouw in het andere te komen, maar hoog (en droog) de oversteek kan maken.
Het woord loopbrug wordt ook gebruikt voor constructies van één of meer planken als overbrugging op een bouwplaats, etc.
zie    voor voorbeelden het onderwerp "Loopbruggen" van het onderdeel "stijgpunten - overbruggingen".
klik hier om naar boven te gaan



 

Fietsbruggen:


Nederland is naast een echt waterland ook een echt fietsland. Er is dan ook geen land ter wereld waar zoveel fietsbruggen te vinden zijn als hier.

Een fietsbrug is een brug voor fietsverkeer die in de regel,afhankelijk van de breedte, gescheiden of niet gescheiden ook door voetgangers gebruikt kan worden.

 
Bij fietsbruggen speelt het gebruikerscomfort een grote rol. Fietsers moeten een brug zonder al te veel moeite kunnen gebruiken, hij mag dus niet te steil zijn, en de brug zelf moet onderdeel zijn van een logisch route.
     noot!   In 2021 is er een nieuwe eis voor de hoogte van leuningen op fietsbruggen in werking getreden.
     Bij nieuwe bruggen waar fietsers overheen gaan moet de leuning ten minste 130 cm zijn. Hierdoor worden fietsers beter beschermd.
     Deze eis geldt ook voor bestaande bruggen op het moment dat de leuning verbouwd wordt.

De langste (in 2021) fiets/wandelbrug van Europa is de 800 meter lange Pieter Smitbrug in Oost-Groningen.
Deze brug bestaat uit vier gecombineerde bruggen:   en wel over het Winschoterdiep, de A7, de ecologische zone en het Oldambtmeer. Je hebt daardoor dan ook eindeloos veel uitzicht op de omgeving.

Minder spectaculair en voor vele plaatsgenoten onbekend, maar waarschijnlijk wel de oudste brug onder een spoorbrug, zeker hier in Nederland, is de Culemborgse Melkbrug.
Deze brug welke onder het spoor doorging (en nog steeds gaat) over de beide naast de spoordijk liggende en hier aan elkaar gekoppelde bermsloten, die het overtollig kwel- en regenwater moesten afvoeren vanwege de in ca 1865 nieuw aangebrachte spoordijk, was bedoeld om de boeren aan de ene zijde de mogelijkheid te geven hun landerijen, die door het spoor weren doorsneden, te kunnen bereiken.
noot!   Het reeds bestaande pad bleef door deze onderdoorgang intact. Fieters waren er toen nog niet dus de huidige brug, zoals op de foto duidelijk te zien, is van latere tijd.

Momenteel (2022) worden er aan het spoor tussen Culemborg en Geldermalsen diverse werkzaamheden uitgevoerd. De spoorbug boven Melkbrug is 0.a. voorzien van nieuwe brugliggers en ijzerwerk, de oude waren aan het eind van de levensduur, en rond de brug verving men de ballast en bracht men een nieuwe stabilisatielaag aan met de RU800, een speciale werktrein van Swietelsky.

 

Voor de aanleg van deze spoorbaan, de spoorbrug over de Lek, het station met de locomotiefloods en de overige onderdoorgangen
zie    hiervoor het onderwerp "Het spoor (staatslijn H:    t.p.v. Culemborg)." behorende bij dit onderdeel.
klik hier om naar boven te gaan

 

Toegangsbruggen:


Naast de hierboven genoemde verkeers- en voetgangersbruggen zijn de toegangsbruggen welke behoren bij statige buitenverblijven, uit het verleden, voor velen de meest bekende. Deze bruggen welke toegang geven tot een prive terrein, waarop meestal een woning staat, zijn veelal voorzien van een afsluitbaar toegangshek en komen (ook thans) in allerlei variaties voor.

Deze bruggen moesten/moeten voldoende breed zijn en een stevige constructie bezitten om het gewicht van voertuigen (vroeger de koets, thans een auto) te kunnen dragen.

 

Daar waar de brug een waterafvoerende sloot kruist moet hiermee rekening worden gehouden en mag de waterdoorvoergang niet te klein zijn.
In het verleden werd hiervoor het gewelfprincipe toegepast.   zie    hiervoor het onderwerp "Keldergewelven" van het onderdeel "funderingen - kelders".
Door de eerste riolerings aanleg waarbij men op een gegeven moment gebruik ging maken van betonnen buizen werden deze ook hiervoor gebruikt.

 

Thans wordt meestal gebruik gemaakt van stalen balken. Hoewel afhankelijk van de overspanningen ook hout geschikt is.
 


Bouwkundig detailleren voor tekenaar en ontwerper:
dd: 23-07-2022

 

 
klik hier om naar boven te gaan